Joseph-Henri Steens, vader van Paul Steens

   

Joseph-Henri Steens, ons overgrootvader was bijoutier-horlogier, juwelen- en horlogemaker. Toen hij geboren werd op 29/09/1822, dus voor het ontstaan van België, woonde hij op de Antwerpse Steenweg in Laeken. Z'n vader was Philippe Jacques, een 'cultivateur' (kweker) uit Anderlecht, gehuwd met Marie-Anne Roelands, eveneens uit Anderlecht zo staat in de inschrijving in de burgerlijke stand. Joseph-Henri Steens verhuisde later naar de Rue Masui 66-72 in Laken, waar hij een "blanchisserie" had. Het waren drie huizen en een poort (porte cochère - een afsluitbare poort). Zie verder voor het verhaal van de rue Masui 66-72. Boven de poort en het huis waren drie hoog nog kamers en die werden verhuurd. De poort was ook een poort om de paardenkar binnen te laten, en er was achterin ook een stal. In feite was het een soort afspanning voor de paarden en de voerders. Joseph-Henri Steens was een druk bezet man die ook den Bleèk runde,  "Blachisserie Steens" met personeel in dienst, een wasserij waar de lakens gebleekt werden op het grasveld of op zolder, en waarvoor 's avonds nog honden werden ingezet om de lakens te bewaken. Ook mensen van de buurt konden er tegen betaling hun lakens laten blèken zo voegde Bonneke nog toe. In de Rue Masui kan je die huizen nog altijd gaan bekijken, de poort is weg maar op nr. 70 is er nog altijd een winkel.
 

  Marie-Josèphe Vanderstraeten, echtgenote van Joseph-Henri
Steens, ons grootmoeder langs moeders kant. Met verschillende
neven en nichten hebben we altijd goede contacten onderhouden.

  
Joseph-Henri Steens was getrouwd met Marie-Josèphe Vanderstraeten en hij had het daar ook druk mee, want er werden volgens wij weten 7 of 8 kinderen geboren, in welke volgorde weet ik niet en ook niet of het het ze allemaal zijn, ik overloop ze even:

- Alphonse geboren op 27/07/1851 te Brussel, gehuwd met Hélène Vanderveken,
- Paul, onze grootvader, geboren op 14/04/1853 te Brussel en overleden te Laken op 05/08/1900,
- Hortense Joséphine, de meter van m'n zus Hortense, geboren op 25/01/1861 en gestorven op
  12/02/1854 in Jette, zij is 93 jaar geworden. Zij was gehuwd met haar neef Vanderstraeten en
  na z'n dood met Antoine Libert
- Anna, gehuwd met Van Houtte
- Maria, ongehuwd,
- Leonie die getrouwd is met Masion Max Joseph, de peter van m'n zus Hortense, zij zijn naar
  Quiévrain verhuisd
- Hélène ook ongehuwd.

Na het overlijden van z'n eerste vrouw Marie-Josèphe Vanderstraeten is Joseph-Henri Steens op z'n 67 ste jaar nog een 2de maal getrouwd, nu met een zekere Trinette haar achternaam kan ik met niet herinneren, Jan zal het misschien nog eens opzoeken. Tante Trinette noemde wij haar, want Henri-Joseph kreeg in 1890 nog een kindje met haar, Marie, toen mijn moeder Caroline zelf al 7 jaar was, want die was geboren in 1893. Dat kindje van haar grootvader was dus haar tante die veel bij haar thuis is komen spelen. Wij noemden haar tante Marieke. Een uitgebreider geschiedenis kan je hieronder lezen. Langs Paul Steens ga te direct verder met onze grootvader.

Tante Trinette was Catherine Crullemans, zo staat op de geboortinschrijving van hun dochter Marie in Laken, zij was 35 jaar en woonachtig in Sint-Gillis, haar man, Henri-Joseph was  67 jaar.
  
Voor een overzicht van de familie Steens/anderhaegen zie schema bij Heinig/Steens.

 De geschiedenis van het huis in de rue Masui 66-72

  
Jan heeft samen met mij nog een plannetje gemaakt, een ruwe schets zeg maar om er een beetje aan uit te kunnen zegt tante Paula. En ik zal het allemaal wel eens opschrijven. Na het overlijden van tante Paula kwam een schriftje boven met de geschiedenis van de rue Masui 66-72 en haar bewoners.
 

de rue Masui 66-72 te Laken, Brussel

 

 

Brussel in 1830 en vroeger, de ommuurde stad

 

  

Jean-Baptiste Masui, bekende ingenieur die ondermeer de IJzeren Weg
onder z'n bevoegdheid kreeg. Jean Baptiste Heinig zal er wel eens aan
gedacht hebben bij z'n 35 jarige carrière bij het Spoor. Het beeld werd
gemaakt door Fraikin van Herentals, gelegen op een paar km van Vorselaar.
Het stond eerst in de hal van het Noordstation, nu wordt het bewaard in dat van Laeken

 
Hieronder trachten we een kleine "geschiedenis" te schrijven van het huis aan de Masuistraat, naar de herinneringen van onze mama, Caroline Steens, en de onze uit onze kinderjaren, zo begin tante Paula haar verhaal.

Paula en Hortense Hertogen zijn geboren in Laken, in de "Masuistraat 72", 12/12/1912 Paula, 15/05/1914 Hortense. Ze bleven er wonen tot in 1930, jaar dat het huis verkocht wordt om naar Jette in het nieuwe huis Capartlaan 11 te gaan wonen.

Het huis rue Masui 70-72, waar we geboren zijn (het nummer is in de tijd 82 geweest, in onze tijd was het 70 (de poort)-72 (de winkel). Het voorste deel was winkel, met daarboven 3 verdiepingen (verhuurd). Nr. 70 was een poort (voor karren enz) en erboven ook 3 verdiepingen (verhuurd). Wij woonden midden en achterin, in het achterhuis (zie schets hierboven).

Onze mama vertelde dat de ouders van onze grootvader Paul Steens, nl. Henri-Joseph Steens en Maria Josèphe Vanderstraeten, een wasserij uitbaatten, de "blanchisserie Steens" (zie de kar om het wasgoed op te halen hieronder). Ze huwden in ... en hadden 7 of 8 kinderen (zie hierboven). Zij woonden met gans de familie in wat later ons achterhuis was, met daarnaast een groot stuk groen (de blijk). De "Blijk" grensde aan de Groendreef. Op de Brusselse kaart hierboven van 1830 is te zien dat het gebied langs de Groendreef nog niet bebouwd was. De rue Masui is er juist niet op te zien.

Zij deden de was voor particulieren (toen waste men een paar maal per jaar), burgershuizen, hotels enz. De buren konden mits een vergoeding hun was daar laten bleken. Er was een nachtwaker en een hond.

We weten niet goed wanneer het huis aan de voorkant (nr. 72) gebouwd werd. Alleszins voor dat onze grootvader Paul gehuwd is met Marie Leysen (1882). De huizen 66-68-70/72 hoorden toe aan de familie Steens (de blanchisserie). Op het ogenblik dat onze grootvader Paul Steens huwde met Marie Leysen, was de wasserij gevestigd in nr. 68-70.

In nr. 72 werd bij het huwelijk van Paul Steens een winkel (horlogewinkel) geïnstalleerd - en een café - die uitgebaat werd door onze grootmoeder Marie Leysen. Paul Steens was goudsmid en horlogemaker. En ons grootvader langs de Heinig kant was ook ouvrier-horlogier. Ik denk dat rond deze tijd de ouders van Paul Steens verhuisden naar 68-70. Paul Steens en Marie Leysen kwamen in 70-72 wonen in het achterhuis (het vroegere huis) en hadden vooraan de horlogewinkel en het café. De zusters van onze grootvader waren werkzaam op de blijk (was,strijk, enz) geholpen door personeel.

De grootouders kregen een tweeling eind 1882, te vroeg geboren - en die overleden. In december 1883 werd onze mama Caroline Steens geboren. Ondertussen trouwden Anna, Hortense en Leonie.

Onze overgrootmoeder Marie Josèphe Vanderstraeten overleed eerst - we weten de juiste datum niet. Onze overgrootvader Henri Joseph Steens baatte de wasserij verder uit, geholpen door de ongehuwde dochter Steens Maria, geboren te Laken op 02/01/1890.

De wasserij werd verder beheerd door onze overgrootvader en onze 2de overgrootmoeder die veel jonger was. De oudste dochter, tante Maria bleef bij hem inwonen en deed verder haar werk in de wasserij + de huishouding en opvoeding van Marieke, haar stiefzus. Van de andere dochter Hélène die ongehuwd bleef, weten we niet of ze thuis bleef of op dat ogenblik gaan werken is. Zij werd keukenmeid bij de barones Volain XIV en had veel contacten met de familie. Ze verbleef ook geregeld in Quiévrain, bij haar zuster Leonie, getrouwd met Max Masion, later peter van Hortense.

De zuster van onze grootvader, Hortense Steens moet rond die tijd ook gehuwd zijn met haar neef Jean Vanderstraeten, die de zoon was van een broer van haar moeder Marie-Josèphe Vanderstraeten. Deze gingen wonen in de Papenvest (Rue Remparts des Moines) waar ze een afspanning uitbaatten, dicht bij de vroege markt.

Het is over deze jaren dat onze mama, Caroline Steens, vooral vertelde. Zij woonden dus in 72, vooraan de café en de winkel, achteraan een keuken, de gang en een grote achterplaats, waaronder een grote kelder ingericht was voor de flessen "geuze", die moesten liggen, zoals de champagne flessen. Boven de winkel waren de appartementen verhuurd.

Achter de winkel: een gang met trap naar boven, en kelder vooraan, dan de middenplaats die gebruikt werd als keuken en zitplaats. Op de 1ste verdieping van het achterhuis 2 slaapkamers met ertussenin een "palier". Dan de trap naar de zolder.

Er was één zolder over het hele achtergebouw die in de winter diende om de was te drogen. Er waren geen vensters maar "houten blaveturen", plankjes die open en dicht konden om het drogen te bevorderen.

In dat achterhuis hebben wij ook onze kinderjaren doorgebracht en op de zolder mochten wij gaan spelen. Tussen elke venster was er een nis, waar wij toen allerlei schatten, "souvenirs" van onze mama nog gevonden  hebben: paternosters, dasjes, colliers, enz. In 1930 zijn we dan verhuisd naar de Capartlaan 11 in Jette.
  

Paul Steens, juwelier-bijoutier en avonturier

 

Paul Steens, 17 jaar, leerjongen horlogier
 
Paul was dus de oudste zoon van Joseph-Henri Steens, die als leerjongen bijoutier-horlogier in de sporen van z'n vader gestapt is en later ook in den Bleèk is gaan werken.

En als jonge gast kreeg hij kennis met iemand die in Brussel diende, een 'meid'. Maar dat was niet goed genoeg voor z'n (welstellende) ouders, en zij verzetten zich tegen het huwelijk. T'is goed zegt Paul en hij pakte z'n boeltje en ging in dienst bij het Nederlandse leger en vertrok naar Nederlands Indië. Hoe lang is onduidelijk zegt tante Paula, maar toch lang genoeg om een medaille te krijgen, maar dan ook weer niet lang genoeg om er een pensioen van te genieten, want op een dag zag hij een boot met Belgische vlag en vertrok hij terug naar België en verloor zo z'n pensioenrechten.

 Voor trouwe dienst

 
De opdracht van het koloniale Nederlands leger in Indië was die van alle koloniale legers, administratieve en militaire controle op de bevolking met alles was dit meebrengt. Een website maakt de inventaris van de expedities in die tijdsperiode.
   

Presentatiekaartje, Rue Masui 82, in feite nr. 70 in het ouderlijke
huis dat tijdelijk van nummer verwisseld was. Het kaartje is
teruggevonden in het originele goudweegschaaltje met
alle gewichtjes en 'toetsstenen' die er bij horen

  
En Paul Steens begon het beroep uit te oefenen waarvoor hij gestudeerd had, zie het visitekaartje van Paul Steens, Rue Masui 82, maar dat was eigenlijk op nr. 70 zegt tante Paula, die huisnummers zijn een tijdje veranderd. Jij hebt trouwens nog het originele weegschaaltje met fijngewichtjes om het goud te wegen, en ook de toetssteen om te zien of het goud en zilver wel echt was.
  

Paul Steens als koetsier op de kar waarmee de manden met de was werd opgehaald. De gast achterop was in dienst van Den Bleèk, Siété Blanchisserie Steens staat op de balk (op de foto klikken voor een uitvergroting, nog eens klikken voor de volledige foto.

  
Maar Paul Steens moest ook in de Bleèk werken, zie hem fier zitten op de kar waarmee de was werd opgehaald. En dan nog in het café meehelpen. Het was een gerespecteerd etablissement waar de vrouwen graag hun mannen naartoe lieten gaan omdat ze wisten dat er niet te veel geschonken werd. En ook Paul Steens werd door Marie Leysen kort gehouden, want ze had een speciale fles met water voor hem apart staan, wanneer hij te veel met de klanten moest klinken. En hij moest veel meedrinken, want hij kon ook wat verzetten zegt Bonneke, en misschien is hij daarom zo vroeg gestorven. Zeg dat zo niet, misschien van een ziekte die hij in Nederlands Indië heeft opgedaan riposteert tante Paula. Of misschien ook van verdriet om de tweeling die niet lang na de geboorte gestorven is dacht ik bij mezelf. Maar nu lopen we vooruit op de feiten, hij moet nog trouwen, zegt Bonneke.
 
En op een dag stelt Paul Steens, 29 jaar was hij toen, z'n ouders opnieuw een meisje voor, alweer een 'meid', Marie Leysen, en uit schrik dat het weer van hetzelfde zou zijn verzetten zijn ouders zich niet meer en vertellen wel aan iedereen dat het een verkoopster is. Ze trouwen rond 1881, Marie Leysen is dan ook 29 jaar.

 Zie verder Leysen en Steens/Leysen