Paul Steens en Marie Leysen

  

Huwelijksboekje - Gertrouwd op 10/04/1882

 
Marie Leysen woonde, toen ze trouwde met Paul Steens in de rue du Cirque, nr. 17 in Brussel, vandaar dat het huwelijksboekje door de gemeente Brussel werd afgeleverd. In het huwelijksregister van Brussel staat verder dat Paul Steens, bijoutier was en in Laken woonde, voordien in Schaarbeek. Hij zou, als 29 jarige de oudste zoon geweest zijn van Henri-Josephh Steens, blanchisseur de linge. De vader van Marie Leysen zou toen gedomicilieerd zijn in Herentals. Colette Bisschops, haar moeder, is 18 maanden na haar geboorte overleden. In het register staat dat de moeder van de echtgenote niet kon schrijven en het register dus niet ondertekende. Hiermee blijft ook de identiteit van de 2de vrouw van Joseph Leysen onbekend. Als getuigen waren aanwezig, Joseph Vanderstraeten, nonkel en bierbrouwer en ook Alphonse Steens, broer van de echtgenoot, 31 jaar (?) zo staat er en van beroep wijnhandelaar. Bij de geboorte van z'n eerste kinderen geven zowel Paul als Alphonse 'cabaretier' op als beroep.
  

 

Brief van Mr. en Mevr. Steens voorgelezen op het trouwfeest

  
Op 30/12/1882 beviel Marie Leysen van de tweeling Georges-Henri en Georgina . Maar op 12/01/1883, nauwelijks 14 dagen oud overleed Georgina en nog eens 7 maanden later stierf Georges-Henri. Zie het huwelijksboekje van Paul en Marie waar de geboorte en overlijden van hun tweeling, alsmede de geboorte van Caroline instaan
   

    

     Inschrijving geboorten en overlijden kinderen

      
Voor Marie Leysen en Paul Steens en hun ouders was dat overlijden zeker een harde slag die 11 maanden later wat verzacht werd door de geboorte van Caroline Henriette Georgina Steens, de grootmoeder dus van de kinderen Hertogen. Maar ook Caroline Steens, geboren op 22/10/1883 was het lot niet goed gezind. Bij een inenting tegen kinderverlamming, genoteerd onder nr 780 in het trouwboekje, werd zij gedeeltelijk blind en later werd het alsmaar moeilijker stappen. Ook dat kruis hebben Marie Leysen en Paul Steens moeten dragen. Marie Leysen was meter van mij, Paula Heinig, zij was 60 jaar toen ik geboren werd, ze zal zeker nog aan haar overleden tweeling hebben moeten denken toen ze mij in m'n armen had.
     
De geboorte-inschrijving van de tweeling bij de burgerlijke stand van Laeken geeft evenwel nog een andere verrassende informatie vrij. Paul Steens was op dat ogenblik 29 jaar oud en hij gaf als beroep "cabaretier" op. De getuige bij de inschrijving was z'n broer Alphonse Steens, die ook als beroep "cabaretier" vermelde. De gebroeders Steens, waaronder de grootvader van Bobonne en Tante Paula, cabaretiers in Brussel in 1882. Daar is nooit allusie op gemaakt. Bij de inschrijving van Caroline Steens gaf Paul Steens als beroep liquoriste op, likeurmaker, en z'n broer nog altijd als "cabaretier".
  

Paul Steens in 1895, 5 jaar voor z'n dood

 
Paul Steens is op 47-jarige leeftijd in 1900 overleden, Marie Leysen op 74 jarige leeftijd in 1926, beiden in Laken.
 

Marie Leysen, 1898, 46 jaar, 2 jaar voor haar man Paul Steens overleed.

   
Marie Leysen zou haar stempel drukken op het intensieve leven in de Rue Masui, als Kempsense die haar familiebanden zou onderhouden, want Vorselaar was in onze jeugd in feite onze tweede thuis, waar wij regelmatig langs gingen. Daar was toen de diamantbewerking in opgang en nonkel Charel, heeft daar nog de boel op stelten gezet. Ge ziet het zit in het bloed.

Paul Steens moest het leven misschien een stuk inhalen na z'n jarenlang verblijf in Nederlands Indië. Z'n vrouw Marie Leysen werkte mee in de café en afspanning van goede zeden, die door haar schoonvader werd opgezet en waar haar man regelmatig mee bediende en meedronk, van de fles water die Marie Leysen altijd achter de hand had. Hij is veel te vroeg gestorven zegt Tante Paula, had hij een ziekte opgedaan in Nederlands indië, kon hij te goed met de pintjes overweg zegt  Bonneke, dat moogt ge zo niet zeggen Hortense repliceert Tante Paula

Na z'n dood werden honderden kapotte horloges gevonden in Paul Steens z'n atelier, die hij met de klanten ingewisseld had voor een schappellijke prijs voor een nieuw horloge, hij is niet rijk geworden en als we al die kapotte horloges hadden bijgehouden, een kar vol, dan waren we nu wel rijk, voegt tante Paula er aan toe.

Marie Leysen stond er dus op haar 47ste jaar alleen voor, in een familie weliswaar waar het bulkte van initiatief en waar zij in de café en later in de winkel een goede hulp is geweest voor Caroline, haar dochter en Jean-Baptist, haar schoonzoon.
   

 

                           Marie Leysen, 1925, 73 jaar                       Graf Marie Leysen, 1926
   
Marie Leysen heeft mee de moeilijke oorlogsjaren helpen doorkomen nadat haar schoonzoon na een jaar verplichte internering als Belgisch militair in Nederland en een kort verblijf in Brussel krijgsgevangen werd gemaakt en pas in 1919 teruggekomen is. De winkelactiviteit en het verhuur van bovenliggende kamers in de rue Massui maakten het overleven in de oorlogstijd makkelijker.

En na de oorlog zag Marie Leysen haar kleinkinderen Paula en Hortense opgroeien in het zich razendsnel ontwikkelend Brussel, waar ook Cardijn zich als kapelaan van de parochie in Laken opmaakte om z'n Kajottersbeweging gestalte te geven. In Riemst was dan ook al een jonge gast bezig om het boerderijhof te ontgroeien in de Klein Lafeltstraat en de wijze lessen van zijn grootvaders ter harte te nemen, zie de voorouders Hertogen en Tans.
 
Wij zijn trouwens nog in die winkel in de Rue Masui groot geworden, zegt tante Paula, en jij zat voor het raam boeken te lezen wist Bonneke nog, verderop zaten dames voor andere redenen achter het raam zou Kris op het 80 jaar feest van Tante Paula nog grappen. En Bonneke wist ook nog te vertellen dat zij nog parochieblaadjes is gaan verdelen in de Schrijnwerkersstraat in Brussel, die uitkwam op de Antwerpse Steenweg in de vroegere Noordwijk, de straat waar allemaal madammen aan de vensters zaten. Maar die straten zijn allemaal verdwenen en uitgewaaierd naar de andere kant van het station, de Araschotse steenweg waar de treinreigers altijd hun ogen uitkijken als ze Brussel-Noord met de trein binnenrijden, toch als ze uit de richting Antwerpen komen.

Over Caroline Steens is niet zoveel bekend. Het was ons moema die altijd goed voor ons gezorgd heeft en ook onze zorgen nodig had na de inenting tegen kinderverlamming waarvan ze zelf slechtziende is geworden en moeilijk kon stappen. Later zou ze nog drie jaar bij ons in Hasselt komen wonen, zegt Bobonne, nadat Jean Baptist gestorven is aan aderverkalking, hij lag in de gang op de grond toen Paula van haar werk op de KAV in de Poststraat thuis kwam.


 

 
Toch nog enkel mooie foto's van haar jeugd, neem nu die waar ze op een stoel staat, van 1887, ze was toen 4 jaar, en dan ook die van haar plechtige communie zegt tante Paula (op de foto's klikken voor een vergroting). Die laatste foto is nog gemaakt in de Nieuwstraat in Brussel, dat was toen ook al de belangrijkste winkelstraat. Op de eerste foto blijft haar linkeroog buiten beeld en bij de 2de blijft haar rechter been bedekt door haar kleed. Maar de handicap aan haar oog is daar wel goed te zien. Het moet niet gemakkelijk geweest zijn om zo als meisje groot te worden.
 

Maar dat ze toch de hartedief was van haar ouders
bewijst haar nieuwjaarsbrief die we altijd hebben bewaard.
Votre affectionnée fille
schrijft ze op 01/01/1995 als 12 jarige.

 

En weet je nog dat al mijn kinderen op nieuwjaarsdag naar Brussel kwamen om hun brieven aan hun grootvader en -moeder, Caroline dus, voor te lezen. En dat gij met alle kinderen in de voormiddag moest gaan met de trein, en Robert op z'n gemak in de namiddag nakwam. Zwijg stil Paula, zo hebben ze hunne plan in Brussel leren trekken. Ja, en naar de vrouwen kijken die nog in hun nachttenue rondliepen na de Réveillon op de Place Brouckère? Daar moesten we de 88 nemen naar Jette, voegt tante Paula er aan toe die Hortense altijd kwam helpen om iedereen op en af de tram te krijgen. En daar kregen ze dan af en toe een snoepke van, sluit Bobonne dit hoofdstukje af.

Over de jeugd van Jean Baptist hebben we maar heel weinig informatie. Geen foto's, enkel vage kennis over een lager onderwijs in Lille, Frankrijk, alhoewel minstens tot het overlijden van z'n moeder zij in de Antwerpse Steenweg 208 in Laken gewoond hebben. Zijn ze daarna weggetrokken en teruggekomen. Daar kunnen we niets over zeggen. Zaak is dat in 1811 Caroline en Jean Baptist elkaar hebben leren kennen, waarschijnlijk in de winkel en het café van Marie Leysen, onze grootmoeder en dat ze in 1811 getrouwd zijn.

Zie verder Heinig/Steens