Mail van 27/05/2016 van Jan aan broers en zussen
Onderwerp: De 13 staties van Guillaume Heinig in Brussel

     

Guillaume Heinig, °04/03/1851 in Köthen (De), † 08/02/1918 in Laken (Be)

De weg van Guillaume Heinig, immigrant uit Duitsland in 1867 en z’n zoon Jean-Baptist in Brussel. Jean-Baptist, geboren met de Duitse nationaliteit, verwierf de Belgische nationaliteit op z’n 19 jaar. Guillaume Heinig overleed op 08/02/1918 in de Kerkeveldstraat te Laken, het was z’n 13de standplaats in Brussel. Een jaar later kwam z’n zoon Jean-Baptist uit krijgsgevangenschap terug uit Alten Grabow, de kleinkinderen van Guillaume, Hortense en Paula Heinig, waren toen 4 en 6 jaar oud

Hieronder een plan met de gang van Guillaume Heinig door Brussel, bron is z’n dossier bij de vreemdelingenpolitie, Rijksarchief Brussel. Wie de tocht langs z’n woonplaatsen met de fiets wil doen moet rekenen op 1h en 2 minuten.

Jean Baptiste Heinig en Caroline Steens zijn getrouwd in 1911, toen woonde Jean-Baptiste op het laatste gekende adres van z’n vader, nl de Harmoniestraat nr 27 in Molenbeek. Het was na z’n geboorte in 1884 z’n 10de woonplaats in Brussel, want hij is z’n vader altijd gevolgd. Marguerite Heinig, z’n oudere zus, heeft een ander parcours gevolgd dat niet te reconstrueren is. Ook niet het lot van de  oudste kinderen Heinig, Leopold en Mathilde. Margritte Heinig is allicht Duitse gebleven tot haar huwelijk met François Arcoulin.  In 1914 wordt een verplicht verblijf voor Guillaume Heinig in Laken uitgeschreven op september 1914, hij mocht, onder de bezetting Laken niet verlaten. Als woonplaats voor Guillaume wordt de Kerkeveldstraat 27 in Laken opgegeven. Jean-Baptist woont dan, na hun huwelijk in 1911, in de Rue Massui met Caroline Steens.

Het is de ironie of liever de dramatiek misschien van de geschiedenis dat Jean-Baptist Heinig, van Duitse afkomst, en z’n schoonbroer François Arcoulin in hetzelfde krijgsgevangenkamp Alten Grabow in Duitsland gevangen zaten , op 70 km van de geboorteplaats van hun vader. Wat is door het hoofd van Jean-Baptist gegaan toen hij vernam dat z’n vader een jaar voordien in Laken overleden is? Wat heeft tante Marguerite aan hem daarover verteld? Wat heeft gemaakt dat gans deze geschiedenis uit het familiale geheugen is gewist?

Wie aanvullingen of opmerkingen heeft, graag,

Jan

 


Op het plan klikken voor een vergroting

 

1. Wilhelm Heinig is op 27/10/1876 in België, in Brussel toegekomen.

2. Godefroid-Guillaume Heinig heeft op 09/01/1877 een paspoort aangevraagd, woonde toen in de rue de Marais nr 4 in Brussel, bij een zekere mevr. Vande Velde, en oefende het beroep van Horlogier uit bij mr. Adam in de rue de la Putterie nr. 15. Goefroid was geboren op 5de maart 1851 in Coethen (nu Koethen) in Sachsen Anhalt tussen Hannover en Halle ad Saale aan de Lachsfang nr.2. Toen hij naar Brussel verhuisde woonde hij nog bij zijn ouders. Hij was toen in het bezit van een militair attest, uitgeschreven door een majoor en gedateerd op 24/08/1873 waarop geen melding gemaakt werd van zijn burgerlijke staat. Hij zegt naar België gekomen te zijn om er te werken en zegt dat hij geen politieke vluchteling is.  Hij is gevraagd om een formulier op te dissen waaruit z’n burgelijke staat blijkt. Hij neemt zich voor meer dan zes maanden in Brussel te verblijven. Hij tekent met Wilh. Heinig.

2.b Huwelijk 29/07/1979 met Aerts Antoine-Joséphine die toen in Sint-Joost-ten-Node woonde: Guillaume Heinig woonde op de Place Saint-Gery nr. 21 in Brussel.

3. Op 08/07/1882 verhuis van Guillaume Heinig et sa famille de Place Gery nr 21 Brussel naar Chaussée d’Anvers 208 Laken

4. Op 22/07/1886 inschrijving in het bevolkingsregister van Schaarbeek, rue Rogier 27, komende van Laken.

4.b. Op een proces verbaal van 28/12/1889  wordt als beroep van de ‘étranger poursuivi”  Guillaume Heinig opgegeven: Horlogier – Cabaretier. Het betreft een “poursuite” van een maand omwille van “complicité d’adultère”, “medeplichtigheid aan overspel”.

5. Nog gewoond rue du Téléphone 47 te Laken van 16/4/1897 tot 13/05/1897

6. Op 13/05/1897 wordt verhuisd naar Schaarbeek, rue l’Olivier nr. 6

7. Op 09/11/1903 verhuis naar Sint-Jans-Molenbeek, rue Derosne, 57

7b. Op 30/0/1903 nationaliteitskeuze (option de patrie) van Jean-Baptist Heinig, mécanicien, geboren te Laken op 22/08/1884, met mondeling akkoord van z’n vader Guillaume Heinig, beiden ondertekend.

8. Op 10/03/1904  Inschrijving in de gemeente Koekelberg, rue de Schampeleir nr. 14, van Guillaume Heinig, komende van de gemeente Molenbeek Saint Jean, Rue Derosne 97 met z’n zoon.

9. Verhuis naar een ander adres in Koekelberg, rue Vanhoegaerde nr. 94

10. Op 06/02/1905 schrapping uit de gemeente Koekelberg,  voor een verhuis, samen met z’n zoon vanuit de rue Vanhoegaerde nr. 94 , naar Chaussée de Gand 187 in Sint-Jans Molenbeek

11. Op 18/09/1905 Komende van Molenbeek naar Laken, rue des Régates nr. 14, op een boogscheut van de rue Masui.

12. Op 21/04/1909 wordt  Guillaume Heinig uitgeschreven in Laken en ingeschreven in Sint-Jans Molenbeek, rue de l’Harmonie 27, op drie steenworpen van de rue Massui.

12b. Op 12/04/1914 wordt er een bewijs van voorlopig verblijf van vreemdelingen uitgeschreven (geldig tot september 19) met opgave van Guillaume Heinig, vreemdeling en z’n zoon van +16 jaar Jean-Baptist Heinig en z’n echtgenote Caroline Steens, die twee kinderen hebben geboren in 1912 en 1914. Vermeldt wordt dat Jean Baptist Sous les drapeaux is, milicien à Schaarbeek.

13. Als adres van Guillaume wordt vermeld Laken, Rue champs de l’Eglise, nr. 32,

13b. Date du commencement des poursuites: 18/02/1916 – Menaces - Mise en prévention

13c.- Bulletin de poursuites van 04/04/1916:

Manaces par gestes et injurés à Laken le 20/03/1916 – pas mis en prévention
Voorgaande veroordelingen: un mois … - complicité d’adultère (medplichtigheid aan overspel), 28/10/1889

13d. 16/10/1917 – Briefjes van de Politische Abteilung bei dem Generalgouvernement in Belgien . Ook nog een andere nota: “Satisfait par note par la demande ci-dessous”, 06/10/1917

13e. Uittreksel uit het overlijdensregister van Laken, nr 67: Godefroid-Guillaume Heinig , overleden op 08/02/1918 om half zes ’s morgens in de rue des Champs de l’église (Kerkeveldstraat) 32 Laken, op basis van de verklaring van Albert Beerden, mecanicien en  Gaston Van Nieuwenhuyse, slotenmaker

 

Naschrift: Mail van 06/03/2016 van Jan aan Luk.
Onderwerp: De 4 of meer staties van Marguerite Heinig in Brussel

 

Dag Luk,

Omdat Marguerite je meter is, heb je misschien door de jaren heen meer informatie van haar verkregen, je was 20 jaar toen ze in 1970 overleden is, haar man François Arcoulin was al in 1933 gestorven, en heeft dus het vertrek naar Congo van hun dochter, Marie-Jeanne en haar veel te vlugge dood in 1948 niet meer meegemaakt. Toen Jean-Baptist, Caroline, Hortense en Paula Heinig in 1933 naar de Capartlaan verhuisden is Marguerite hen gevolg in een huizeke niet ver daar van daan.

Ben tante Marguerite haar parcours in Brussel proberen na te gaan, in een kleine periode tussen 18/01/1903 en haar trouw met François Arcoulain op 10/02/1906. Ze werd toen, als Duitse aanhorige, opgevolgd door de Vreemdelingenpolitie (Sûreté d’Etat), ook al was ze geboren op 18/01/1883 in de Antwerpse Steenweg 208 te Laken, na haar oudere broer en zus en een anderhalf jaar voor Jean Baptist Heinig. Op het sterfte-attest van haar zoontje in 1904 en op haar trouwattest staat dat Marguerite Heinig in 1906 gedomicilieerd was in Koethen Anhalt en dat haar verblijfsadres in Laken en Schaarbeek was. Dat werpt misschien een ander licht op dit ongekende stukje familiegeschiedenis.

De vier kinderen Heinig werden met de Duitse nationaliteit geboren. Jean Baptist nam op 20/11/1903 als 19jarige de Belgische nationaliteit aan. Marguerite was dan op 18/01/1903 Als ‘Duitse’ (terug) opgedoken in Brussel, toch voor veiligheidsdiensten. Daar wordt melding gedaan van de geboorte van een kindje op 05/04/1904, Gustave Heinig, met Marguerite als ongehuwde moeder wonende in de Rogierstraat nr 22. Gustave is evenwel bij haar thuis gestorven op 21/07/1904, amper 3 maand en een half jaae oud. Marguerite Heinig is daarna nog verhuisd naar de  Jollystraat 85 in Schaarbeek en later naar de Gaucheretstraat 95, gelegen rond het Gaucheretpark. Op dat laatste adres woonde ze toen ze trouwde met François Arcoulin. Bonneke en tante Paula spraken er over dat tante Marguerite een 4 tal misvallen gehad heeft tot Marie-Jeanne kwam, tante Marguerite was toen al 37 jaar oud was. Het volgende jaar werd haar zoontje Joseph geboren in 1921, maar dat stierf al na twee maand en half. Ze zal wel hebben moeten denken aan Gustave 17 jaar eerder. Dat ze meter is kunnen worden van jou zal allicht een grotere betekenis gehad hebben dan wij ons konden voorstellen.

Dit maar ter inleiding van de vragen die ik me ben beginnen stellen. Als Marguerite Heinig in 1903 met Duitse nationaliteit ingeschreven stond met als domicilie in Koethan Anhalt dan is het misschien mogelijk dat, na de dood van haar moeder in 1985 de drie oudste kinderen terug naar Koethen Anhalt zijn gegaan. Welke taal spraken ze toen thuis, kindjes van 1,2, 3 en 4 jaar, met een Duitse vader en een moeder die van Meldert in Limburg kwam en allicht niet al te best Frans sprak. Ze waren bij de Aertsen in Meldert met 11 thuis dus de kindjes hadden 10 nonkels en tantes. Was Antoinette Aerts niet geliefd in haar familie, of heeft Guillaume Heinig het heft in handen genomen en drie kinderen naar zijn broers en zusters gestuurd in Koethen Anhalt, want zijn ouders waren al overleden toen hij trouwde met Antoinette. Zijn de twee oudste zo naar of met nonkel naar Amerika vertrokken, niet over Antwerpen (Leo heeft geen spoor geworden in Red star Line) maar over Hamburg. Wanneer en waarom is Marguerite terug naar Brussel gekomen, om er na enkele maanden zwanger te geraken. Of is ze niet uit Brussel weggegaan maar waarom was haar domicilie vanaf 1903 in Koethen Anhalt, vastgesteld omdat ze (terug) in Brussel was. Waarom is Marguerite niet bij haar vader en Jean-Baptist gaan wonen (zie plan met de rondgang en jaren van hen beiden in Brussel, ik herneem het hieronder, ook enkele jaren aangepast)), zij had zich blijkbaar (ook) gedistantieerd van haar vader, iets wat, volgens zeggen van Bonneke en tante Paula, ook door Jean-Baptist gebeurd is. Hij zou zijn ‘atelier’ niet mee gekregen omwille van de stiefmoeder. Maar van de stiefmoeder is in de 13 verhuizen in Brussel van Guillaume Heinig nergens sprake. Is de stiefmoeder het verhaal geweest waarmee Paula en Hortense zijn onwetend gehouden over deze Duitse kant van de familie. Maar waarom heeft Jean-Baptist geen enkel contact opgenomen/gezocht met z’n oudere broer en zuster in Amerika. Waarom moest alles vanaf 1911 toen Jean Baptist z’n intrede deed bij de Steensen en met Caroline trouwde, en Paula en Hortense werden geboren, in de vergetelheid gelaten, terwijl de geschiedenis van Leysen en Vorselaar zo accuraat werden opgediend. Dat Jean Baptist Heinig en z’n schoonbroer François Arcoulin in Alten Grabow krijgsgevangen waren, moet voor Margruite Heinig een uiterst pijnlijke afwezigheid zijn geweest. Was zij bij haar vader op z’n verblijfsadres, de Kerkeveldstraat toen die daar op 08/02/1918 overleden is. Als domicilie wordt nog altijd Koethen Anhalt opgegeven. Z’n beroep was nog altijd horlogier,

Heb met de onmiskenbare Duitse familiekant toch wat te doen. Zeker ook met tante Marguerite met haar toch wel eigen parcours. Het is alsof je een boek leest of een film ziet, waardoor je emotioneel bewogen wordt, en als het uit of gedaan is dan herneemt de gewone gang van zaken.

Heb aan de burgerlijke stand van Koethen Anhalt hun leven geschetst en gevraagd of er na 1885 domicilieringen geweest zijn van kinderen van Guillaume Heinig na de dood van zijn vrouw. Guillaume Heinig woonde en stamde af van ouders uit Koethen Anhalt, half de 19de eeuw en hij woonde in de Lachsfang nr. 2 woonde, tegenover de huidige Brauerei, in dezelfde straat op nr. 1 en 3.

Dus als jij of anderen nog wat bijkomende info of foto’s van tante Margeite hebt, graag.

Groetjes aan iedereen,

Jan

  
Nachrift: Dat Luk, het metekind van tante Margritte, een speciale plaats bekleedde blijkt uit de jaarlijkse nieuwjaar: Luk een briefje van 500 frank (in 1956) en alle ander 5 frank. Of toen Luk voor z'n plechtige communie van z'n meter een echte koersfiets kreeg (met gebogen stuur) kwam dat ook niet zomaar uit lucht vallen.