Guillaume
Heinig, °04/03/1851 in Köthen (De), † 08/02/1918 in Laken (Be)
De weg van Guillaume Heinig, immigrant uit Duitsland in 1867 en z’n zoon
Jean-Baptist in Brussel. Jean-Baptist, geboren met de Duitse
nationaliteit, verwierf de Belgische nationaliteit op z’n 19 jaar.
Guillaume Heinig overleed op 08/02/1918 in de Kerkeveldstraat te Laken,
het was z’n 13de standplaats in Brussel. Een jaar later kwam
z’n zoon Jean-Baptist uit krijgsgevangenschap terug uit Alten Grabow, de
kleinkinderen van Guillaume, Hortense en Paula Heinig, waren toen 4 en 6
jaar oud
Hieronder een plan met de gang van Guillaume Heinig door Brussel, bron is
z’n dossier bij de vreemdelingenpolitie, Rijksarchief Brussel. Wie de
tocht langs z’n woonplaatsen met de fiets wil doen moet rekenen op 1h en 2
minuten.
Jean Baptiste Heinig en Caroline Steens zijn getrouwd in 1911, toen woonde
Jean-Baptiste op het laatste gekende adres van z’n vader, nl de
Harmoniestraat nr 27 in Molenbeek. Het was na z’n geboorte in 1884 z’n 10de
woonplaats in Brussel, want hij is z’n vader altijd gevolgd. Marguerite
Heinig, z’n oudere zus, heeft een ander parcours gevolgd dat niet te
reconstrueren is. Ook niet het lot van de oudste kinderen Heinig, Leopold
en Mathilde. Margritte Heinig is allicht Duitse gebleven tot haar huwelijk
met François Arcoulin. In 1914 wordt een verplicht verblijf voor
Guillaume Heinig in Laken uitgeschreven op september 1914, hij mocht,
onder de bezetting Laken niet verlaten. Als woonplaats voor Guillaume
wordt de Kerkeveldstraat 27 in Laken opgegeven. Jean-Baptist woont dan, na
hun huwelijk in 1911, in de Rue Massui met Caroline Steens.
Het is de ironie of liever de dramatiek misschien van de geschiedenis dat
Jean-Baptist Heinig, van Duitse afkomst, en z’n schoonbroer François
Arcoulin in hetzelfde krijgsgevangenkamp Alten Grabow in Duitsland
gevangen zaten , op 70 km van de geboorteplaats van hun vader. Wat is door
het hoofd van Jean-Baptist gegaan toen hij vernam dat z’n vader een jaar
voordien in Laken overleden is? Wat heeft tante Marguerite aan hem
daarover verteld? Wat heeft gemaakt dat gans deze geschiedenis uit het
familiale geheugen is gewist?
Wie aanvullingen of opmerkingen heeft, graag,
Jan |
1.
Wilhelm Heinig is op 27/10/1876 in België, in Brussel toegekomen.
2. Godefroid-Guillaume Heinig heeft op 09/01/1877 een paspoort
aangevraagd, woonde toen in de rue de Marais nr 4 in Brussel, bij
een zekere mevr. Vande Velde, en oefende het beroep van Horlogier uit bij
mr. Adam in de rue de la Putterie nr. 15. Goefroid was geboren op 5de
maart 1851 in Coethen (nu Koethen) in Sachsen Anhalt tussen Hannover en
Halle ad Saale aan de Lachsfang nr.2. Toen hij naar Brussel verhuisde
woonde hij nog bij zijn ouders. Hij was toen in het bezit van een militair
attest, uitgeschreven door een majoor en gedateerd op 24/08/1873 waarop
geen melding gemaakt werd van zijn burgerlijke staat. Hij zegt naar België
gekomen te zijn om er te werken en zegt dat hij geen politieke vluchteling
is. Hij is gevraagd om een formulier op te dissen waaruit z’n burgelijke
staat blijkt. Hij neemt zich voor meer dan zes maanden in Brussel te
verblijven. Hij tekent met Wilh. Heinig.
2.b Huwelijk 29/07/1979 met Aerts Antoine-Joséphine die toen in
Sint-Joost-ten-Node woonde: Guillaume Heinig woonde op de Place
Saint-Gery nr. 21 in Brussel.
3. Op 08/07/1882 verhuis van Guillaume Heinig et sa famille de Place Gery
nr 21 Brussel naar Chaussée d’Anvers 208 Laken
4. Op 22/07/1886 inschrijving in het bevolkingsregister van Schaarbeek,
rue Rogier 27, komende van Laken.
4.b. Op
een proces verbaal van 28/12/1889 wordt als beroep van de ‘étranger
poursuivi” Guillaume Heinig opgegeven: Horlogier – Cabaretier. Het
betreft een “poursuite” van een maand omwille van “complicité d’adultère”,
“medeplichtigheid aan overspel”.
5. Nog gewoond rue du Téléphone 47 te Laken van 16/4/1897 tot
13/05/1897
6. Op 13/05/1897 wordt verhuisd naar Schaarbeek, rue l’Olivier nr. 6
7. Op 09/11/1903 verhuis naar Sint-Jans-Molenbeek, rue Derosne, 57
7b. Op 30/0/1903 nationaliteitskeuze (option de patrie) van Jean-Baptist
Heinig, mécanicien, geboren te Laken op 22/08/1884, met mondeling akkoord
van z’n vader Guillaume Heinig, beiden ondertekend.
8. Op 10/03/1904 Inschrijving in de gemeente Koekelberg, rue de
Schampeleir nr. 14, van Guillaume Heinig, komende van de gemeente
Molenbeek Saint Jean, Rue Derosne 97 met z’n zoon.
9. Verhuis naar een ander adres in Koekelberg, rue Vanhoegaerde nr. 94
10. Op 06/02/1905 schrapping uit de gemeente Koekelberg, voor een
verhuis, samen met z’n zoon vanuit de rue Vanhoegaerde nr. 94 , naar
Chaussée de Gand 187 in Sint-Jans Molenbeek
11. Op
18/09/1905 Komende van Molenbeek naar Laken, rue des Régates nr. 14,
op een boogscheut van de rue Masui.
12. Op 21/04/1909 wordt Guillaume Heinig uitgeschreven in Laken en
ingeschreven in Sint-Jans Molenbeek, rue de l’Harmonie 27, op drie
steenworpen van de rue Massui.
12b. Op
12/04/1914 wordt er een bewijs van voorlopig verblijf van vreemdelingen
uitgeschreven (geldig tot september 19) met opgave van Guillaume Heinig,
vreemdeling en z’n zoon van +16 jaar Jean-Baptist Heinig en z’n echtgenote
Caroline Steens, die twee kinderen hebben geboren in 1912 en 1914.
Vermeldt wordt dat Jean Baptist Sous les drapeaux is, milicien à
Schaarbeek.
13. Als
adres van Guillaume wordt vermeld Laken, Rue champs de l’Eglise,
nr. 32,
13b. Date
du commencement des poursuites: 18/02/1916 – Menaces - Mise en prévention
13c.- Bulletin de poursuites van 04/04/1916:
Manaces par gestes et injurés à Laken le 20/03/1916 – pas mis en
prévention
Voorgaande veroordelingen: un mois … - complicité d’adultère (medplichtigheid
aan overspel), 28/10/1889
13d.
16/10/1917 – Briefjes van de Politische Abteilung bei dem
Generalgouvernement in Belgien . Ook nog een andere nota: “Satisfait par
note par la demande ci-dessous”, 06/10/1917
13e.
Uittreksel uit het overlijdensregister van Laken, nr 67:
Godefroid-Guillaume Heinig , overleden op 08/02/1918 om half zes ’s
morgens in de rue des Champs de l’église (Kerkeveldstraat) 32 Laken, op
basis van de verklaring van Albert Beerden, mecanicien en Gaston Van
Nieuwenhuyse, slotenmaker |
Dag Luk,
Omdat
Marguerite je meter is, heb je misschien door de jaren heen meer
informatie van haar verkregen, je was 20 jaar toen ze in 1970 overleden
is, haar man François Arcoulin was al in 1933 gestorven, en heeft dus het
vertrek naar Congo van hun dochter, Marie-Jeanne en haar veel te vlugge
dood in 1948 niet meer meegemaakt. Toen Jean-Baptist, Caroline, Hortense
en Paula Heinig in 1933 naar de Capartlaan verhuisden is Marguerite hen
gevolg in een huizeke niet ver daar van daan.
Ben tante Marguerite haar parcours in Brussel proberen na te gaan, in een
kleine periode tussen 18/01/1903 en haar trouw met François Arcoulain op
10/02/1906. Ze werd toen, als Duitse aanhorige, opgevolgd door de
Vreemdelingenpolitie (Sûreté d’Etat), ook al was ze geboren op 18/01/1883
in de Antwerpse Steenweg 208 te Laken, na haar oudere broer en zus en een
anderhalf jaar voor Jean Baptist Heinig. Op het sterfte-attest van haar
zoontje in 1904 en op haar trouwattest staat dat Marguerite Heinig in 1906
gedomicilieerd was in Koethen Anhalt en dat haar verblijfsadres in Laken
en Schaarbeek was. Dat werpt misschien een ander licht op dit ongekende
stukje familiegeschiedenis.
De vier kinderen Heinig werden met de Duitse nationaliteit geboren. Jean
Baptist nam op 20/11/1903 als 19jarige de Belgische nationaliteit aan.
Marguerite was dan op 18/01/1903 Als ‘Duitse’ (terug) opgedoken in
Brussel, toch voor veiligheidsdiensten. Daar wordt melding gedaan van de
geboorte van een kindje op 05/04/1904, Gustave Heinig, met Marguerite als
ongehuwde moeder wonende in de Rogierstraat nr 22. Gustave is evenwel bij
haar thuis gestorven op 21/07/1904, amper 3 maand en een half jaae oud.
Marguerite Heinig is daarna nog verhuisd naar de Jollystraat 85 in
Schaarbeek en later naar de Gaucheretstraat 95, gelegen rond het
Gaucheretpark. Op dat laatste adres woonde ze toen ze trouwde met François
Arcoulin. Bonneke en tante Paula spraken er over dat tante Marguerite een
4 tal misvallen gehad heeft tot Marie-Jeanne kwam, tante Marguerite was
toen al 37 jaar oud was. Het volgende jaar werd haar zoontje Joseph
geboren in 1921, maar dat stierf al na twee maand en half. Ze zal wel
hebben moeten denken aan Gustave 17 jaar eerder. Dat ze meter is kunnen
worden van jou zal allicht een grotere betekenis gehad hebben dan wij ons
konden voorstellen.
Dit maar ter inleiding van de vragen die ik me ben beginnen stellen. Als
Marguerite Heinig in 1903 met Duitse nationaliteit ingeschreven stond met
als domicilie in Koethan Anhalt dan is het misschien mogelijk dat, na de
dood van haar moeder in 1985 de drie oudste kinderen terug naar Koethen
Anhalt zijn gegaan. Welke taal spraken ze toen thuis, kindjes van 1,2, 3
en 4 jaar, met een Duitse vader en een moeder die van Meldert in Limburg
kwam en allicht niet al te best Frans sprak. Ze waren bij de Aertsen in
Meldert met 11 thuis dus de kindjes hadden 10 nonkels en tantes. Was
Antoinette Aerts niet geliefd in haar familie, of heeft Guillaume Heinig het
heft in handen genomen en drie kinderen naar zijn broers en zusters
gestuurd in Koethen Anhalt, want zijn ouders waren al overleden toen hij
trouwde met Antoinette. Zijn de twee oudste zo naar of met nonkel naar
Amerika vertrokken, niet over Antwerpen (Leo heeft geen spoor geworden in
Red star Line) maar over Hamburg. Wanneer en waarom is Marguerite terug
naar Brussel gekomen, om er na enkele maanden zwanger te geraken. Of is ze
niet uit Brussel weggegaan maar waarom was haar domicilie vanaf 1903 in
Koethen Anhalt, vastgesteld omdat ze (terug) in Brussel was. Waarom is
Marguerite niet bij haar vader en Jean-Baptist gaan wonen (zie plan met de
rondgang en jaren van hen beiden in Brussel, ik herneem het hieronder, ook
enkele jaren aangepast)), zij had zich blijkbaar (ook) gedistantieerd van
haar vader, iets wat, volgens zeggen van Bonneke en tante Paula, ook door
Jean-Baptist gebeurd is. Hij zou zijn ‘atelier’ niet mee gekregen omwille
van de stiefmoeder. Maar van de stiefmoeder is in de 13 verhuizen in
Brussel van Guillaume Heinig nergens sprake. Is de stiefmoeder het verhaal
geweest waarmee Paula en Hortense zijn onwetend gehouden over deze Duitse
kant van de familie. Maar waarom heeft Jean-Baptist geen enkel contact
opgenomen/gezocht met z’n oudere broer en zuster in Amerika. Waarom moest
alles vanaf 1911 toen Jean Baptist z’n intrede deed bij de Steensen en met
Caroline trouwde, en Paula en Hortense werden geboren, in de vergetelheid
gelaten, terwijl de geschiedenis van Leysen en Vorselaar zo accuraat
werden opgediend. Dat Jean Baptist Heinig en z’n schoonbroer François
Arcoulin in Alten Grabow krijgsgevangen waren, moet voor Margruite Heinig
een uiterst pijnlijke afwezigheid zijn geweest. Was zij bij haar vader op
z’n verblijfsadres, de Kerkeveldstraat toen die daar op 08/02/1918
overleden is. Als domicilie wordt nog altijd Koethen Anhalt opgegeven. Z’n
beroep was nog altijd horlogier,
Heb met de onmiskenbare Duitse familiekant toch wat te doen. Zeker ook met
tante Marguerite met haar toch wel eigen parcours. Het is alsof je een
boek leest of een film ziet, waardoor je emotioneel bewogen wordt, en als
het uit of gedaan is dan herneemt de gewone gang van zaken.
Heb aan de burgerlijke stand van Koethen Anhalt hun leven geschetst en
gevraagd of er na 1885 domicilieringen geweest zijn van kinderen van
Guillaume Heinig na de dood van zijn vrouw. Guillaume Heinig woonde en
stamde af van ouders uit Koethen Anhalt, half de 19de eeuw en
hij woonde in de Lachsfang nr. 2 woonde, tegenover de huidige Brauerei, in
dezelfde straat op nr. 1 en 3.
Dus als jij of anderen nog wat bijkomende info of foto’s van tante
Margeite hebt, graag.
Groetjes aan iedereen,
Jan |