Neergeschreven zomer 1982

Afdeling Riemst-Heukelom, ontstaan en aanloop
geschiedenis  van de K.A.J. (Katholieke Arbeidersjeugd)

Deze geschiedenis even in een "notendop" neer te schrijven is niet zo eenvoudig. In feite was de beginperiode zeer sterk verbonden met de algemene stromingen van de Katholieke Aktie in het bijzonder en de groei van de christen-democratie in het algemeen. De Katholieke Arbeidersjeugd werd gesticht in 1912 door Z.E.H. Cardijn (die bij het einde van z'n leven nog Kardinaal van de gewone mensen en de armen in de derde wereld is geworden). In 1926 werd het Provinciaal Limburgs Verbond van de K.A.J., v.n.l. onder stuwing van de toen gekende Pater Anicetus Cool, minderbroeder, gesticht.

In de loop van de nazomer 1930, werd 'n eerste aanloopvergadering gehouden ten huize van de toenmalige pastoor E.H. Jorissen, met enige bereidwillige jonge werkers en Ambachtsschoolstudenten. 'n Volgende samenkomst nam ze dan al uitbreiding en 't werd de afdeling Riemst-Heukelom.

Er waren dan ook al reeds kontakten met de sterke afdeling Tongeren, en dit v.n.1. langs de Vrije Ambachtsschool van de Hondstraat in Tongeren. Op de eerste samenkomsten, ofwel op de pastorij, ofwel in de lagere meisjesschool te Riemst, werden de inleidingen over de doelstellingen en de strevingen van de K.A.J. gegeven door de voorzitter van de toen reeds bestaande afdeling te Kanne, door Vic Van Gronsveld van Eigenbilzen (gewest Bilzen), de afgevaardigden van het Verbond Alfons Vanderbiezen, Louis Bartok en natuurlijk, maar dat was dan reeds in 1931, door Pater Anicetus en E.H. Swennen, kapalaan van Vlijtingen.

De kontakten met de omliggende afdelingen, v.n.l. Zichen - Valmeer -Vlijtingen, brachten de nodige stimulans voor de plaatselijke werking van de afdeling Riemst-Heukelom. De groep liep op tot tussen de 30 ą 40 en meer leden. Vanaf de Molenplaats in Heukelom tot over het kruispunt en het einde van de Bilzersteenweg te Riemst, waren in iedere straat wel enige leden. Enige namen der beginners : E.H. Pastoor, Bastiaens J. en Reggers H. in Heukelom, Hertogen R., Bastiaens H., Keers J. en Reggers W. Het is niet beperkend maar het geeft 'n aan­duiding van het heterogene gezelschap van de zich steeds uitbreidende afdeling.

In begin 1931 stelde zich dan de kwestie van 'n lokaal dat, volgens eigen doelstelling, kreativiteit en inzicht, bestendig ten dienst van de afdelingswerking kon staan.

De "Oude Dorp Melkerij" voor 't begin van de huidige Paanhuisstraat die leegstaand was, bood de oplossing. Er werd, na afspraak met de eigenaar, onmiddellijk aan de slag gegaan. Deur en vensters, plafond en vloer, de vochtige muren werden door de meervoudige stielmannen die de afdeling rijk was, degelijk in orde gebracht. Geleende en zelfgemaakte robuuste meubels werden veelvuldig gebruikt en de gekalkte muren verdwenen onder de toen gangbare aktiviteit van gekleurde tekeningen, opschriften en posters allerhande.

En was het in de zomer al eens overmatig warm (dat was in die tijd nog mogelijk) dan werd er even koelte gezocht in de bijna ijskoude kelder van de oude melkerij.

De moeder van een der leden is op zo'n avondvergadering eens komen uitleggen (zij had er zelf gewerkt aan de afroommachine en het botervat, en het beslaan van de blokken boter) hoe dat in die dorpsmelkerij (opgericht als samenwerkende vennootshhap van kleine en grotere boeren) gewerkt en bewerkt werd.

De koele kelders  dienden als opslagplaats  voor de reserve aan boter en melkprodukten.

Meerdere  jonge mannen hebben  in die tijd hun energie gestoken in de oude melkerij.  Maar schone liedjes duren niet lang en na  'n goed anderhalf ą twee jaar,  werd de  toenmalige K.A.J. afdeling onder druk gezet om in de hevige dorpspolitiek van toen "partij" te kiezen. De K.A.J.afdeling die zich in die aangelegenheid neutraal opstelde  en volgens  haar gedragslijn van katholiek en democratisch open stond voor iedere jongere, bijzonder dan de arbeidende jongeren en technische sohoolstudenten, diende dan haar lokaal te verlaten.

Na enige tijd kwam dan toch de redding. In Heukelom kwam 'n huis en naastliggende grond,  geschonken door een goei ziel aan de kerk van Riemst-Heukelom, vrij. De afdeling met heel haar hebben en houden verhuisde maar Heukelom.

De leidingsvergaderingen bleven op de pastorij  in Riemst en, gezien de sterke eenheid en saamhorigheid van Heukelom en Riemst, paste het jonge volk zich snel aan. Het bestuur bestond toen uit de proost, de voorzitter, de secretaris, de schatbewaarder en de groepleiders.

Op het naastliggend terrein kwam dan ook nog een bewaarschool. En nu, na jaren van verbeten inzet en inspanningen,   'n mooie en funktionnele kapel.

Buiten de ontspanning als afdeling of samen met  de omliggende afdelingen, ging de aandacht v.n.l. naar de problemen van de tijd, de religieuze beleving, de beroepsoriėntering,  het dienstbetoon, zoeken naar werk in de moeilijke crisisjaren der jaren dertig.

'n Plezante  anekdoot kwam nu en dan het saaie wat opvrolijken. De dame die haar behuizing aan de kerk schonk, was ook 'n gekende maakster van alle soorten fruitwijn. In de kelder was er nog een voldoende voorraad gebleven om gedurende 'n hele tijd op iedere vergadering enige flesjes te kraken.

Natuurlijk werd ook deelgenomen, en steeds met 'n flinke afvaardiging en per fiets in groep, aan de K.A.J.-Zomerfeesten hier of daar in de Provincie, de studiekringen en studieweken, de Rerum-Novarumvieringen enz. (inzonder deze te Diepenbeek waar Riemst-Heukelom ontvangen werd door de toenmalige kapelaan Harrie Meers -die nu zijn gouden priesterjubileum vierde-).

Gezien de goeie samenwerking met de twee Kristen Syndikale afdelingen, nl. te Heukelom onder leiding van Leonard Cilissen en te Riemst Jan Dirix, en voor de Kristelijke Ziekenkas Willen Cilissen, de Spaarkas Balke Sohepers, ook met Willem Vos Kristene Middenstand, Paul Meers Boerenorganisaties, was er een goeie wisselwerking tussen jongeren en volwassenen. Dit positieve mag wel eens onderlijnd worden uit het tribulente en rumoerige leven van de vooroorlogse jaren:

- Zang- en schetsavond mochten we ieder jaar begin of einde seizoen houden in de Harmoniezaal te Heukelom.

- Een Rerum-Novarumfeest mee organiseren te Riernst.

- Het begin van het Albertkanaal in 1930 en verder de grootse werken om de doorsteek van Vroenhoven-Kanne naar Ternaaien tot stand te brengen, bracht werk en bedrijvigheid in de streek, 't Was crisis en zoeken, zoeken tot men
werk had, bracht 'n job aan 't kanaal dikwijls 'n oplossing.
Maar meteen was er ook de invasie van het hoger geschoold personeel, meerdere honderden, uit Duitsland, om de zware graafmachines te bedienen van 'n Duits-Belgisch aannemersbedrijf.
Zoals  altijd  als  er groepen  zijn die een aardige stuiver verdienen en in de week-ends  ver van huis de tijd moeten omkrijgen, beginnen er zich snel minder voorbeeldige ontspanningsvormen  te ontwikkelen.

- Door het  optreden van  de K.A.J., in bekommernis  voor de jongeren, werden er in 1933 de hogere instanties  sterk onder druk gezet  en,  hoe onaangenaam ook, bij  herhaling druk uitgeoefend. Zodat (ook met medewerking van Maastricht -de gulden van toen was veel  lichte franskems waard- er een uitzuivering gebeurde in de naastliggende dorpen, bijzonder Kanne,  en 'n rustiger ontspanning weer kans kreeg.

- De grote staking van 1936 voor  'n minimumloon van 32 fr. per dag en 6 betaalde jaarlijkse verlofdagen,  waarin meerdere leden werden betrokken.

- Het grote K.A.J.-Congres  in 1935 in het Heyzelstadion met 'n 75.000 jonge arbeiders en jonge arbeidsters, te Brussel, tijdens de grote wereldtentoonstelling, was een der grote evenementen die ook onze afdeling bezielde, 'n Jaar op voorhand met de voorbereiding begonnen, bestuderen van het thema "De jonge arbeider als mens  en als kristen,  Kind van God", sparen voor een eenheidsprijs voor de reis  en de onkosten,  het kenbaar maken van de viering aan heel de bevolking.
Met 'n lange groene tram (wel 8 wagens) zijn we vanuit Valmeer-Zichen-Zussen-Bolder-Riemst  naar Tongeren gestormd. Onderweg sloten zich alle andere afdelingen aan en in Tongeren 'n speciale trein met wel 600 man naar Brussel, naar de Heyzel. Zoveel volk op de Heyzel en op de expositie, hoe zijn we thuis geraakt, de  laatste de maandag morgen en sommigen rechtstreeks naar 't werk.

- In 1937 hebben er dan ook enige leden deelgenomen aan de grote internationale betoging in het toenmalige "Parc-des-Princes" te Parijs.

- 1939 zou het jaar worden van de Romebedevaart. Het sparen en kleine werkjes op te knappen, zouden er wel weer enigen de afdeling vertegenwoordigen, maar... de mobilisatie die uitbrak. Duizenden werden opgeroepen om hun stellingen uit te graven en in te nemen langs het Albertkanaal als eerste lijn; van Boncelles boven Luik, langs 't Fort van Eben-Emael naar Diepenbeek-Kuringen-Tessenderlo tot Wijnegem-Antwerpen.

De K.A.J. in Riemst-Heukelom is blijven voortwerken, enerzijds in dienst van de opgeroepenen en anderzijds de ontelbare gemobiliseerden in heel de streek, waarvan zeer velen de gastvrijheid van de bevolking nooit zullen vergeten.

De inval van de Duitsers op 10 mei 1940 (na 'n eerste overweldiging in augustus 1914) dreef de K.A.J. in de "belokenheid" waar ze meerdere aktiviteiten in 't geheim in dienst van de oorlogsgetroffenen van man tot man diende voort te zetten.

Tot september 1944 duurde het. Onmiddellijk na de bevrijding konden we weer op volle kracht aan 't werk schieten. Plaatselijk werd de werking voortgezet in samenwerking met alle hernieuwde syndikale en sociale organisaties. Inmiddels ontlook ook een kern van Katholieke Werkliedenbonden, waarin we meerdere oud-kajotters in terugvinden.

Wij willen hier besluiten met al degenen te danken die in de K.A.J. Riemst-Heukelom de ware broederlijke vriendschap, de openheid voor de minstbedeelden en de broederlijkheid hielpen bevorderen. Onze intense aandacht gaat naar reeds zovelen die ons verlaten hebben voor het eeuwige leven. Hun aandenken blijft in onze geest gegrift.

Robert Hertogen

PS. Voor K.A.J. Riemst (Heukelom) vanaf 1944 (eventueel onder oorlog) best vragen aan Mathie Schepers of  Vos.