Brief van Rober Hertogen naar aanleiding van het overlijden van E.H. Nestor De Crick

  

Hasselt 13/04/83

Beste Vrienden,

Hoe dikwijls ik vertelde over Eerwaarde Heer De Crick aan m'n gezin, mijn vrienden en kennissen weet ik niet, maar zonder hem ooit te zien of gesproken te hebben zijn er velen die van deze eenvoudige en goedhartige priester en vriend, met wat ik over hem vertelde, dankbaar en aangemoedigd geweest in hun christelijk en sociaal engagement.

In de jaren 41-42 als ik als kajotter, gezonden door Mr. Cardijn vanuit Brussel langs Ninove-Geraardsbergen, Brakel naar Ronse en Oudenaerde met de fiets reed om als propagandist 'n handje toe te steken, kwam ik meermaals 's avonds uitgeput terecht bij E.H. De Crick, onderpastoor te Eine. Z'n eenvoudige, vriendelijke ontvangst en zijn bekommernis, dat ik toch iets warms en wat sober te eten zou hebben was onuitputtelijk. Zijn dierbare huishoudster, zo attentievol, wist wel dat er nog een bezoeker op komst was. 'n Tasje warme melk, dan 'n bord pap met wat bruin bier en eer ik mocht gaan slapen, warmte voor ons voeten in de kleine bakoven. 'n Paar aanmoedigende vragen over m'n bezoeken in de namiddag en avond, samen een kort gebed was 't beste wat een 26 jarige jonge man, kajotter, toen hartgrondig nodig had.

Op andere ogenblikken kwam ik terecht bij moeder De Paepe in Appelterre, zoon Albert was er KAJ-leider, en Placide (1) te Gent, goeie vrienden. Van haar kreeg ik 's morgens bij mijn vertrek 'n pakje goeie tabak, 'n zaligheid voor 'n pijproker die ik toen was, maar ik mocht nooit vergeten vanwege haar mijn groeten en beste wensen te brengen aan E.H. De Crick.

In Brakel, gezien ook als Limburger, die steeds goed thuis was geweest bij de mijnwerkers in de Kempen en te Luik, kon ik dan terecht bij E.H. D'Heer, onderpastoor en vriend van de mijnwerkers (2) die naar de streek rond Mons (Bergen) gingen werken. Wat een (honds)leven was die mannen, hun gezin, hier in de Kempen, in Zuid-Oost en West-Vlaanderen en in de Waalse kolenbekkens beschoren.

Zeker wil ik niet vergeten, de stille, eenvoudige maar door een onverzettelijk kajotstersideaal gegrepen Leona Gezels. Zonder veel woorden maar toch zo goedhartig wist ze als ik kwam in Oudenaarde, in het klein kajottersbureeltje, 'n termosfles met warme soep gereed te zetten omdat ik zo gemakkelijker m'n roggeboterham kon opeten.

Later in 1943-44, hebben we dan nog samengewerkt te Brussel, Leona met 'n groep kajotsters, voor het contact, de verzendingen van overal omgehaalde kleine versnaperingen, het onderduiken van opgeeiste jonge arbeiders. En dan is ze vertrokken naar Haïti. Ik heb haar kunnen volgen door de geschriften en verslagen, in dat positieve opbouwwerk en echt-ware ontwikkelingswerk in Port-au-Prince.

Langs Broederlijk delen, waar ik jaren in het projectencomité was, hier te Hasselt met Irma (Cuppens), zuster van de missionaris (Cuppens), voor de missionarissen en ontwikkelingshelpers in de streek ginder.

Deze en nog vele anderen behoorde allemaal tot de sociaal bewogen mensen, allerzins in geest, van de zich totaal gevende, eenvoudige en bezielende priester E.H. De Crick.

Ik heb hem zo willen gedenken omdat hij in alle up-en-downs steeds in geest een aanmoediging voor mij is geweest. Dit zal zo blijven. Zijn inzet was er een die altijd zal blijven.

Wij bidden samen voor hem en met dank aan u allen, vrienden en kennissen. Moge we ook eens terecht komen in de Hemel waar ons "Crickske", zijn vriendennaam, zeker nu zal zijn.

Groeten,

Robert Hertogen

  
(1) De latere Minister van sociale voorzorg en burgemeester van Gent, Placide De Paepe, volgens de nu 94-jarige Maria De Meulemeester, huishoudster van E.H. De Crick, in een telefonisch contact op 06/03/07.
(2) Pastoor D'Heer, die nog een mijnwerkersschool opgericht heeft in Brakel,